Probiotraxx Topet Nutrition

Ingrediënten per kg

• Calsporin: 10 gram 
• Macrogard: 15 gram 
• Foliumzuur: 100 mg 
• Cyanocobolamine/Vit B12: 1 mg 
• Vitamine C/L-ascorbinezuur: 10 gram 
• Vitamine B6 / Pyridoxine: 300 mg 
• Vitamine B1 /Thiamine: 200 mg 
• Vitamine B2/ Riboflavine: 300 mg 
• Biotine: 25 mg 

Calsporin (CS) 
Eén van de ingrediënten van PROBIOTRAXX® is Calsporin. Dit is een product bestaande uit sporen van de bacterie Bacillus velezensis. Dit is een grampositieve bacterie, welke een gunstig effect heeft op het milieu van het maagdarmkanaal. Na opname door de vogel worden de sporen geactiveerd en groeien uit tot levensvatbare bacteriën. 

Bacillus velezensis beïnvloedt het milieu in de darm op verschillende manieren. Zo verlaagt het het zuurstofgehalte in darm, dit zal zorgen dat er meer bacteriën kunnen groeien welke niet afhankelijk zijn van (veel) zuurstof. Hieronder vallen onder meer Lactobacillus, bifidobacteriae, pediococci, enterococci. Dit zijn allen bacteriën welke niet schadelijk zijn, en welke ook het milieu van de darm direct beïnvloeden (zie volgende) 

Door de groei van Lactobacilli zal de zuurgraad van de darm (pH) verlagen. Dit zuurdere milieu zorgt voor een groeivertraging van een aantal ziekteverwekkende bacteriën zoals E. Coli, Salmonella, Clostridium en Campylobacter. 

Doordat Bacillus velezensis op het darmslijmvlies aanwezig is, zal er minder ‘ruimte’ zijn voor andere ziekteverwekkers. 

In het laboratorium hebben ze gekeken welke bacteriën actief geremd worden in hun groei door Bacillus velezensis. Dit waren onder andere Clostridium perfringens, Salmonella typhimurium, Campylobacter, E. Coli en Staphylococcus Aureus. Dit zijn bekende en belangrijke ziekteverwekkende bacteriën bij vogels. 

Macrogard (MaG)
Macrogard is een ander belangrijk ingrediënt in PROBIOTRAXX®. Het bevat Beta 1,3/1,6 glucanen, deze worden geïsoleerd uit de binnenste celwand van de gist Saccharomyces cerevisiae (bakkersgist). Deze glucanen binden aan specifieke receptoren op de wand van macrofagen (dit zijn cellen van het afweerapparaat welke vooral werken door direct bacteriën ‘op te eten’). Zo zorgen zij voor een veranderende reactie van het immuunsysteem, zodat in geval van infectie, de reactie van het immuunapparaat zo efficiënt mogelijk is. 

Glucanen beïnvloeden daarnaast de verhoudingen aan cytokines. Cytokines zijn stoffen welke gemaakt worden door cellen van het afweerapparaat. Zij hebben verschillende functies in het lichaam. Sommige hebben gunstige effecten (bijvoorbeeld andere afweercellen stimuleren tot aanmaak van antistoffen), maar andere effecten kunnen het ziekteproces verlengen, of zorgen voor ziekere dieren (bijvoorbeeld cytokines welke koorts opwekken, op zich een nuttig proces, maar soms kan dit doorschieten, waardoor het dier langer ziek blijft). 

Ze zorgen voor een grotere productie van onder andere IL10 en IFG-g. Deze twee cytokines zorgen (onder andere) voor een goede productie van antilichamen en zorgen voor een rustigere reactie in de darm. 

De betaglucanen verlagen de hoeveelheid van cytokines welke juist de ontstekingsreacties bevorderen, waaronder TNF-a en IL-6. Deze twee cytokines worden in verband gebracht met koorts, verminderde eetlust en ontstekingsreacties.